Sinds 7 jaar (begin 2018) ga ik zo veel mogelijk blootsvoets door het leven, omdat ik van mijn koude voeten en steunzolen af wilde – maar de reden doet hier niet ter zake.
Ik heb dus de keuze gemaakt om hierin anders te zijn dan gemiddeld. Veel mensen die dit (blootsvoets leven of anderszins je eigen gang gaan) ook willen, vragen me weleens hoe ik tot die keuze gekomen ben en hoe ik omga met de reacties van anderen. Vandaar dit blog.
Wat anderen denken, doet me niks. Als ik ervan overtuigd ben dat mijn keuze goed is voor mij, ga ik daar vol voor. Ik heb geen tijd en energie om me bezig te houden met wat anderen – mogelijk – denken en vinden.
Was dat altijd zo makkelijk?
Nee. En ja.
Op de middelbare school was ik al anders. Ik werd gepest en flink ook. Ik hield van klassieke muziek en zat in het schoolorkest, snapte niks van sport, vond leren heerlijk, had zo ongeveer nul overeenkomstige interesses met leeftijdgenoten buiten het orkest en ging het liefst met de leraren om, had een 3-voudige beugel èn een bril en maalde niet om mijn kledingstijl en kapsel. Natuurlijk zijn dat geen redenen om iemand te pesten, dat is nooit gerechtvaardigd. Maar om even ’n beeld te schetsen…
Over evenementen had ik gemengde gevoelens. De optredens van leerlingen en door winnaars van het Leids Cabaret Festival vond ik leuk, maar schoolfeestjes… Ik wilde er ergens wel heen, maar wist dat ik als muurbloempje zou eindigen. En niks is pijnlijker dan je eenzaam voelen in een groep mensen die je kent. Maar als ik niet ging, zou ik nog meer buiten de groep liggen, dus ging ik erheen. Ik liet me even zien in de gymzaal, danste onhandig wat mee en vluchtte dan weg van de herrie. Samen met twee blokfluitvrienden uit het schoolorkest ging ik in een gang zo ver mogelijk van de herrie vandaan onder de kapstokken zitten en goede gesprekken voeren.
Wat heeft dat met die blotevoetelarij te maken? Verbinding. En een dikke huid. De figuurlijke dikke huid kreeg ik van het pesten, de letterlijke is het eelt dat blootsvoets lopen creëert.
En ik kies dan wel mijn eigen pad, maar stem ook af met de ander. Ga ik naar een afspraak met een onbekende of bijv. een museum, dan neem ik altijd schoeisel mee. Mocht die ander mijn blote voeten onprettig vinden en er na een gesprek nog steeds niks mee kunnen, dan kies ik voor ‘n compromis als ik wil blijven. De verbinding komt ook terug in de reacties. Wanneer mensen standaardvragen stellen, zogenaamd grappige opmerkingen maken (ook standaard) of iets smiespelen wanneer ze denken dat ik ze niet hoor, negeer ik ze meestal of zeg ik iets flauws terug, afhankelijk van mijn bui. Maar wanneer iemand een oprecht geïnteresseerde vraag stelt, ga ik graag in gesprek en daar komen de mooiste momenten uit voort, waardoor ik mijn dag stralend en stuiterend vervolg. Dat soort verbindingen geeft mij het gevoel dat ik leef.
Ben ik dan wel echt overal mezelf, als ik compromissen sluit? Ik vind van wel. Al vond ik eerst van niet. Ik stond er zwart-wit in en dacht: “Take it or leave it.” Daarmee ontzegde ik mezelf dingen die ik eigenlijk niet wilde missen. Door zoiets simpels als tijdelijk schoenen te dragen (vanwege een persoon of een pijnlijke ondergrond), is mijn kern niet veranderd, maar mijn leven wel een stuk aangenamer.
Starheid komt voort uit jezelf DENKEN te kennen. Flexibiliteit ontstaat wanneer je jezelf ECHT kent, weet wat je wil en wat je nodig hebt.
Wil jij flexibeler worden? Daar help ik je graag bij. Neem gerust contact op als je meer wil weten.